
Met de oorzaken van de recente volatiliteit die voortkomen uit zowel macro-economische zorgen als tech-specifieke risico's, hangt het verloop van de S&P 500 voor de rest van het jaar af van het nieuws dat binnenkomt in beide gebieden.
Amerikaanse aandelen hebben een moeilijke start gehad in 2025. Na een piek halverwege februari naderde de S&P 500 nog geen drie weken later de correctiezone, na een daling van 10%.
Om deze bewegingen te begrijpen, moeten we eerst kijken naar de rol van verwachtingen. Aan het begin van het jaar waren veel beleggers optimistisch over de vooruitzichten voor Amerikaanse aandelen, in de veronderstelling dat de nieuwe Republikeinse regering zou slagen in haar opzet van ‘Make America Great Again’. Daarnaast werd er verwacht dat deze verschuiving naar een ‘America First’-beleid zeer schadelijk zou zijn voor de vooruitzichten van andere regio's in de wereld. In plaats daarvan laten recente economische cijfers echter zien dat het Amerikaanse handelsbeleid het binnenlandse sentiment schaadt, terwijl het tegelijk een krachtige beleidsreactie van andere landen stimuleert, vooral in Europa.
De daling van Amerikaanse aandelen kan echter niet volledig worden toegeschreven aan de economische vooruitzichten. De aan handelstarieven gerelateerde onzekerheid is toegenomen, maar tegelijk is door de technologische doorbraken van DeepSeek in China twijfel ontstaan of de voorsprong die AI-giganten op de Amerikaanse markt hebben gecreëerd echt zo groot is als eerder werd aangenomen.
Tegen deze achtergrond waren megacap-techaandelen het meest kwetsbaar voor winstnemingen. Nadat ze in twee opeenvolgende jaren voor meer dan de helft van het rendement van de S&P 500 Index hebben gezorgd, zijn de Amerikaanse Magnificent Seven-aandelen dit jaar tot nu toe met 13% gedaald. Hun waarderingen zijn omlaag gegaan van een verwachte koers/winstratio van 32x begin januari, naar 26x eind maart. Andere bedrijven in de S&P 500 hebben tot nu toe dit jaar over het algemeen beter gepresteerd dan de megacaps, waarbij de zogenaamde S&P 493 (de S&P 500 exclusief de Magnificent Seven) grotendeels vlak is gebleven sinds de start van 2025.
Een meer gedetailleerde blik op de prestaties van de Magnificent Seven laat zien dat zelfs binnen deze groep de verschillen groot zijn. De prestaties van Tesla springen het meest in het oog. Het aandeel daalde dit jaar tot nu toe met meer dan 40% en is zijn winst die na de Amerikaanse verkiezingen in november werd geboekt, volledig kwijt. De rest van de Magnificent Seven heeft het relatief beter gedaan, maar staat gemiddeld toch ook 10% lager sinds het begin van het jaar.
Elders in de S&P 500 had de rotatie op sectorniveau een duidelijke defensieve inslag. Aandelen in de sectoren gezondheidszorg en nutsbedrijven zorgden voor outperformance, terwijl het sterke cashprofiel van grote oliebedrijven, gekoppeld aan de verwachtingen voor deregulering door de regering-Trump, steun bood aan de energiesector. Aan de andere kant van het spectrum zijn de sectoren discretionaire consumentengoederen (waarvan Amazon en Tesla ongeveer 50% uitmaken) en technologie de twee grootste achterblijvers.
Na twee jaar waarin het rendement van megacaps dat van bijna alle andere spelers overtrof, werkt diversificatie op sector- en stijlniveau nu weer. Technologieaandelen hebben een gewicht van 30% in Amerikaanse benchmarks. Ook de rotatie weg van technologie is daarom een belangrijke factor achter de relatieve underperformance van de VS ten opzichte van andere regio's.
Wat nu voor beleggers in Amerikaanse aandelen?
Met de recente volatiliteit als gevolg van macro-economische zorgen en tech-specifieke risico's, hangt het pad van de S&P 500 voor de rest van het jaar af van binnenkomend nieuws op beide gebieden.
Onzekerheid over handel en andere aspecten van de beleidsagenda van de Amerikaanse regering leidt tot een afwachtende houding van zowel bedrijven als huishoudens, wat investeringen afremt en consumenten wat voorzichtiger maakt.
Aangezien de balansen van zowel huishoudens als bedrijven relatief gezond lijken, zou dit gedrag eerder moeten wijzen op een vertraging van de Amerikaanse economische activiteit dan op een recessie. Het recessierisico zal echter toenemen als de beleidsonzekerheid de arbeidsmarkt begint te schaden. Dat laatste kan dan komen doordat overheidsbezuinigingen de algemene bedrijvigheid meer gaan aantasten, of omdat bedrijven banen beginnen te schrappen om hun marges te beschermen tegen de gevolgen van stijgende importprijzen. Of deze vicieuze cirkel op gang komt, zal deels afhangen van de vraag of het overheidsbeleid voorspelbaarder en bedrijfsvriendelijker wordt.
We blijven verwachten dat de recente verzwakking van zowel de aandelenmarkt als de economische activiteit de Amerikaanse regering uiteindelijk naar een meer gematigde agenda zal leiden. En met de tussentijdse verkiezingen over slechts 19 maanden, kunnen we verwachten dat de druk om het roer om te gooien eerder vroeger dan later ontstaat.
Verwachten dat de economische realiteit uiteindelijk politieke ambities zal dwarsbomen is vaak juist, maar niet altijd - Brexit is daar een voorbeeld van. Het is onduidelijk of Donald Trump en zijn team van mening zijn dat pijn op korte termijn een prijs is die het waard is om te betalen voor wat zij zien als de winst op langere termijn van een meer gesloten economie met een bloeiende industriële basis. Tot nu toe duiden de opmerkingen van de regering op de bereidheid om marktsignalen te negeren en op een 'tolerantie voor pijn op de korte termijn'. Dat vergroot het risico dat andere beleidsmaatregelen waarover is gesproken worden uitgevoerd, zoals het wijzigen van de betalingsvoorwaarden voor buitenlandse houders van Amerikaanse schulden en pogingen om beslissingen van de Federal Reserve te beïnvloeden.
Zelfs als de buitenlandse agenda vijandiger blijft, kan de Amerikaanse markt steun krijgen als de aandacht van de regering zich richt op het verlagen van binnenlandse belastingen. De belastingwet die zich momenteel een weg baant door het Congres, zal veel wijzigingen ondergaan en het is mogelijk dat belastingverlagingen een dominanter onderdeel worden van het marktverhaal.
Wat de technologiesector betreft, blijven de balansen over het algemeen sterk en de waarderingen op basis van de winstvooruitzichten zijn nu redelijker. Het is echter goed om in gedachten te houden dat deze waarderingen nog steeds de verwachtingen weerspiegelen voor een zeer robuuste winstgroei van 20%+ van de Amerikaanse technologiesector in 2025. Elke verklaring van bedrijven die aangeeft dat deze verwachtingen mogelijk te hoog zijn, kan meer volatiliteit veroorzaken.
Over het algemeen houden we voor de komende tijd rekening met risico's in twee richtingen voor de S&P 500, en in dit stadium zouden we willen waarschuwen om niet in paniek te raken. Het is heel gebruikelijk dat aanzienlijke dalingen binnen het jaar volledig worden omgebogen voor het einde van het jaar, resulterend in sterke rendementen over het hele jaar.
Dit gezegd hebbende, zijn er dingen die beleggers in overweging moeten nemen, zoals het zorgvuldig beheren van posities in de technologiesector om er zeker van te zijn dat de betreffende bedrijven echt sterke fundamentals hebben. Denk ook aan de bereidheid om periodes van volatiliteit te gebruiken om goede bedrijven aan te kopen tegen veel aantrekkelijkere waarderingen. Verder kan het de moeite waard zijn om gebruik te maken van de voordelen van geografische diversificatie, gezien het feit dat turbulent nieuws uit de VS wordt beantwoord met extra stimuleringsmaatregelen in andere regio's, zoals het recente begrotingspakket van Duitsland laat zien. Tot slot moeten beleggers bijzonder voorzichtig zijn met passieve posities want zowel de S&P 500 als de MSCI World zijn zeer sterk blootgesteld aan de risico's van achterblijvende prestaties door de technologiesector en de VS.