Groene obligaties: is goed doen verenigbaar met goed presteren in vastrentende waarden?
De vraag naar groene obligaties zal vermoedelijk hoog blijven, gezien de toegenomen belangstelling van beleggers voor duurzame beleggingen die transparantie bieden over het gebruik van de opbrengsten, en de voortdurende aanmoediging van toezichthouders en centrale banken.
Sinds de uitgifte van de eerste groene obligatie door de Europese Investeringsbank in 2007, is de markt voor groene obligaties aanzienlijk gegroeid (Figuur 1), waarbij de uitgifte van groene obligaties nu meer dan USD 500 miljard per jaar bedraagt.
Figuur 1: Wereldwijde uitgifte van duurzame, sociale en groene obligaties
USD miljard
Bronnen: Refinitiv Eikon, J.P. Morgan Asset Management. Groene obligaties zijn obligaties waarbij 100% van de netto opbrengst van de obligatie naar groene projecten gaat. Sociale obligaties zijn obligaties waarvan de opbrengst gericht is op het behalen van positieve sociale resultaten. Duurzame obligaties zijn obligaties waarvan de opbrengst naar een mix van zowel groene als sociale projecten gaat of waarvan de coupon/kenmerken van de obligatie kunnen variëren op basis van het bereiken van vooraf bepaalde duurzaamheidsdoelstellingen. In het verleden behaalde rendementen zijn geen betrouwbare indicator voor huidige en toekomstige resultaten. Guide to the Markets- Europa. Gegevens per 31 december 2022.
Deze groei zal de komende jaren waarschijnlijk verder versnellen, aangezien de opbrengsten van groene obligaties worden gebruikt om de energietransitie te financieren. De prognoses voor het bedrag aan wereldwijde investeringen dat nodig is om ‘netto nul’ te bereiken, bedragen enkele biljoenen dollars per jaar tegen 2030.1
Een aanzienlijk deel van deze klimaatgerelateerde investeringen zou kunnen worden gefinancierd door de uitgifte van groene obligaties, aangezien deze over het algemeen iets lagere financieringskosten, of een ‘groene premie’ (Figuur 2), bieden dan traditionele obligaties, dankzij de sterke vraag naar dit type instrument.
Maar terwijl deze groene premie een financieel voordeel is voor de emittenten van groene obligaties, zijn de voordelen voor beleggers minder duidelijk. Waarom, zo kan men zich afvragen, zouden beleggers een lagere rente op hun belegging aanvaarden om andere redenen dan een wettelijk vereiste of een niet-financiële prikkel? Het antwoord ligt volgens ons in de sterke fundamentele, kwantitatieve en technische factoren die de vraag naar groene obligaties ondersteunen
Figuur 2: Spread tussen groene en traditionele bedrijfsobligaties
Basispunten
Bronnen: Barclays Research, J.P. Morgan Asset Management. De getoonde gegevens hebben betrekking op een door Barclays Research aangepast universum van groene en niet-groene investmentgradeobligaties, afgestemd op emittent, valuta, senioriteit en looptijd. Het universum bestaat uit 160 paren, waarvan 99 in EUR en 61 in USD. Het spreadverschil wordt gemeten aan de hand van de voor opties gecorrigeerde spread. In het verleden behaalde rendementen zijn geen betrouwbare indicator voor huidige en toekomstige resultaten. Guide to the Markets - Europa. Gegevens per 31 december 2022.
1. Fundamentals: groene obligaties zijn defensiever dan traditionele obligaties en hebben vergelijkbare voor duration gecorrigeerde rendementen
Bij vergelijking van de Bloomberg Global Aggregate Index en de Bloomberg MSCI Global Green Bond Index, zien we dat, hoewel de groene obligatie-index een hogere kredietkwaliteit heeft, deze achterblijvend presteerde en sinds zijn oprichting volatieler is geweest dan zijn nietgroene tegenhanger.
Dit verschil is echter vooral te wijten aan de hogere duration (7,2 versus 6,8), die op het relatieve rendement van de groene obligatie-index drukte doordat de rente in 2022 steeg. Wanneer we op effectenniveau kijken, door obligatieparen (groene en niet-groene) met vergelijkbare kenmerken te vergelijken2, blijkt dat groene obligaties vergelijkbare voor duration gecorrigeerde rendementen hebben (Figuur 3), maar met een lagere spreadvolatiliteit (Figuur 4) en een betere neerwaartse bescherming.
Figuur 3: Voor duration gecorrigeerde rendementen
%
Figuur 4: Spreadverschil niet-groen minus groen
Basispunten
Bronnen: Bloomberg, J.P.Morgan Asset Management. Gegevens per januari 2023.
2. Kwantitatief: de groene premie is niet zo negatief als beleggers misschien denken
De groene premie is een bekend kenmerk van groene obligaties, maar de omvang ervan is over het algemeen beperkt. De Federal Reserve3 heeft onlangs geschat dat “groene bedrijfsobligaties in dollar en euro gemiddeld een credit spread op de primaire markt hebben die 8 basispunten lager is in vergelijking met conventionele”.
Verder is na de rentestijging in 2022 het aandeel van de groene premie van de totale obligatierente aanzienlijk gedaald, van bijna 10%4 van de rente op groene obligaties begin 2022 tot ongeveer 2% nu.
Omdat de groene premie een functie is van de disbalans tussen vraag en aanbod van groene obligaties, is deze tot slot niet stabiel in de tijd en tussen regio’s, wat actieve beleggers alphakansen biedt (Figuur 2).
3. Technische factoren: de markt voor groene obligaties stelt beleggers in staat te profiteren van sterke stromen naar duurzame beleggingsoplossingen
De vraag naar groene obligaties zal waarschijnlijk hoog blijven, gezien de toegenomen belangstelling van beleggers voor duurzame beleggingen die transparantie bieden over het gebruik van de opbrengsten. Fondsen gericht op milieu, maatschappij en governance (ESGfondsen), zoals de fondsen die worden gecategoriseerd als ‘Artikel 9’ onder de Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) van de Europese Unie, hebben aan populariteit gewonnen sinds de SFDR werd ingevoerd. Artikel 9-fondsen, die een expliciete duurzame doelstelling hebben en alleen belangen nemen in duurzame beleggingen, zijn niet verplicht te beleggen in groene obligaties in plaats van traditionele obligaties. Groene obligaties kunnen echter aantrekkelijker zijn voor Artikel 9-fondsen omdat die meer transparantie bieden over het gebruik van de opbrengsten.
Naast de vraag van beleggers zouden ook centrale banken kunnen bijdragen aan een toename van de vraag naar groene obligaties. Sommige centrale banken zien klimaatverandering als onderdeel van hun mandaat, waarbij de Europese Centrale Bank (ECB) zelfs heeft aangekondigd dat haar “bezit aan bedrijfsobligaties het accent zal leggen op emittenten met betere klimaatprestaties”5. De ECB heeft ook de belangrijke rol erkend die groene obligaties zullen spelen bij de financiering van de klimaattransitie en zou daarom bij haar biedgedrag op de primaire markt een voorkeursbehandeling kunnen geven aan groene obligaties, onder bepaalde voorwaarden.6
Conclusie
Wij denken dat groene obligaties zullen blijven profiteren van sterke fundamentele, kwantitatieve en technische factoren.
De groene premie wordt algemeen beschouwd als een ‘financieel offer’ voor beleggers. Hij is echter historisch gezien relatief beperkt, terwijl het aandeel ervan in de totale obligatierente recent aanzienlijk is gedaald. Bovendien is de groene premie niet stabiel in de tijd en in verschillende regio’s, en biedt deze dus alphakansen voor actieve beleggers.
Bovendien hebben groene obligaties in het verleden bewezen defensiever te zijn dan traditionele obligaties, zoals blijkt uit de lagere voor duration gecorrigeerde volatiliteit, en hebben ze vergelijkbare voor duration gecorrigeerde rendementen.
De vraag naar groene obligaties zal vermoedelijk hoog blijven, gezien de toegenomen belangstelling van beleggers voor duurzame beleggingen die transparantie bieden over het gebruik van de opbrengsten, en de voortdurende aanmoediging van toezichthouders en centrale banken.
Om het potentieel van groene obligaties volledig te benutten, is actief beheer echter essentieel. Gezien het ontbreken van een wereldwijde definitie van wat een groene obligatie is, is het vermogen om het gebruik van de opbrengsten te analyseren essentieel om greenwashing en regelgevingsrisico’s te vermijden.
1 Rapport World Energy Investment 2022 van het Internationaal Energieagentschap (IEA). 2030e is gebaseerd op het netto-nulscenario van het IEA voor 2050.
2 Emittent, kapitaalstructuur, valuta, rating en looptijd
3 https://www.federalreserve.gov/econres/ifdp/files/ifdp1346.pdf
4 Gebaseerd op een theoretische groene premie van 8 basispunten als % van de Yield-to-worst van de Bloomberg MSCI Global Green Bond Index.
5 https://www.ecb.europa.eu/press/pr/date/2022/html/ecb.pr220704~4f48a72462.en.html
6 https://www.ecb.europa.eu/mopo/implement/app/html/ecb.cspp_climate_change-faq.en.html
09qj230702151749